De keerzijde van de theedoos
Door Tobias
“Hoe is dit gebeurd? Zo ben ik niet… Toch?”
Mijn gesprekspartner kent zichzelf als weloverwogen en zorgvuldig in contact. Toch is Fouzia net flink tegen haar collega uitgevallen. Gewoon vanuit pure frustratie.
Ze baalt er flink van. Dit is nooit eerder gebeurd. Ze vertelt over het verschil van mening in de aanpak van de zaak die voor ligt. Dat haar collega het met haar eens lijkt te zijn. Tot het er op aankomt en plotseling 180 graden draait. Fouzia kan er met haar hoofd niet bij waarom ze zo inconsequent is.
Tijd voor thee
Ik pak de theedoos die op tafel staat en vraag haar wat ze ziet. “Een theedoos” zegt ze. Ik zet de doos tussen ons op tafel en doe, als een laptop, de deksel naar haar open. Ik vraag nog een keer wat ze ziet. Fatima: “De deksel van de theedoos natuurlijk”. Ik vraag om zo gedetailleerd mogelijk te beschrijven wat ze ziet. Kleur, textuur, vorm. Met een zichtbare frons beantwoordt ze me. En daarna: “Maar, dat zie jij toch ook?” Als ik dan de gekleurde theezakjes en tekening aan de binnenkant van de deksel beschrijf, valt bij haar een kwartje. “Bedoel je dat mijn collega wel naar dezelfde zaak kijkt, maar mogelijk iets totaal anders ziet?”
De Theedoos Theorie
Die middag is in het gesprek met Fouzia een pragmatische theorie geboren. Een theorie, bedoeld om nieuwsgierigheid op te wekken. Sindsdien gebruikt ze dit met enige regelmaat, met een glimlach. Bijvoorbeeld als gesprekken in haar team veranderen in een grote overtuigmachine. Dan zegt ze alleen maar: “Wat zou de theedoos-theorie hier over zeggen?”